Discriminatie op stage


Tijdens de opleiding dien je vaak stage te lopen. Met betrekking tot een stage zijn er drie stadia waar de gelijkebehandelingswetgeving een rol speelt, namelijk:

- aanbieden en aannemen

- begeleiden en behandelen

- beoordelen en beëindigen

Binnen deze stadia hebben het stagebedrijf en de onderwijsinstelling verplichtingen waar zij zich aan moeten houden. 

Hieronder zullen wij eerst vermelden wat het wettelijk kader is van de gelijkebehandelingswetgeving. Daarna kun je doorgaan naar 'discriminatie door het stagebedrijf' en 'discriminatie door stagebureau '. Hierin zal worden uitgewerkt welke verplichtingen zij hebben ingevolge de gelijkebehandelingswetgeving. 


Wettelijk kader

Ten aanzien van het wettelijk kader  van de gelijke behandelingswetgeving bij stages is artikel 7, eerste lid, onderdeel c, AWGB in samenhang met artikel 1 AWGB van belang. Genoemd artikel bevat een verbod op het maken van onderscheid bij het aanbieden of verlenen van toegang tot goederen en diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beèˆindigen van overeenkomsten ter zake, indien dit geschiedt door instellingen die werkzaam zijn op het gebied van - onder meer - onderwijs. Dit artikel is van toepassing op de onderwijsaanbieder. Hierbij kan ook gedacht worden aan de rol van een school die ten behoeve van haar studenten bemiddelt bij het vinden van een stageplek.

 

Ingevolge artikel 5, eerste lid, onderdeel a, AWGB is het verboden onderscheid te maken bij de aanbieding van een betrekking en de behandeling bij de vervulling van een openstaande betrekking. Volgens de parlementaire geschiedenis van de AWGB valt een stageplaats onder het begrip arbeidsverhouding uit de gelijkebehandelingswetgeving.